
Naam: Gregory Laporte
Geboortedatum: 10 maart 1984
Nationaliteit: Belgische
Woonplaats: Olsene
24 april 2020, Rotterdam
Van geslepen wereldtopper tot ambassadeur voor de kartsport






Interview
Wanneer ben je met karten begonnen en hoe kwam je er mee in aanraking?
“Ik ben voor het eerst gaan karten met mijn nonkel Filip en mijn broer Timothy eind jaren 90, en vlak daarna met een vriendengroep. Ik was toen 15 of 16 en had mijn eigen zakgeld. Ik volgde de Formule 1 wel al een paar jaar en met gamen speelde ik veel race spellen, ik herinner me dat ik vele uren Grand Prix 2 heb gespeeld. Van mijn eigen vriendengroep was ik vaak de snelste en ik kwam steeds vaker in de toptijden van de dag, week of maand. Ik ben toen overgehaald om de Ayrton Senna Fanclub mee te doen, de lokale competitie in Kortrijk. Tijdens de eerste wedstrijd was ik onder de indruk van alle rijders met eigen helmen en pakken. In de 1e wedstrijd kwalificeerde ik me als 10e en werkte ik me op naar 6e plaats, wat goed was voor 1 punt (net als in de Formule 1 destijds). In het begin van het seizoen dacht ik, als ik dit jaar al iets bereik zou het mooi meegenomen zijn.

Toen kwam de 2e wedstrijd, er was veel condens op de baan, waardoor we wel 20 tot 30 seconden per ronde trager waren dan normaal, ik kwalificeerde me toen als 2e in kart nummer 10, die wedstrijd won ik uiteindelijk. Vanaf toen had ik de microbe echt te pakken. In mijn eerste jaar werd ik 3e in die competitie, in die tijd nog allemaal zonder minimumgewicht. Pas vanaf 2005 begon ik echt op andere banen te racen, ik behoorde in die jaren altijd wel tot de betere rijders in Kortrijk, maar ik was op zoek naar iets meer, een serieuzere competitie en schreef me in voor onder meer de KartGrid Cup. Eind 2005 waren sommige van de lokale rivalen ondertussen ook mijn vrienden geworden en samen met Steven To, mijn broer Timothy en Nicolas Vanpuyvelde bedachten we toen om ons eigen team (BlueStar) te starten. In 2006 waren we het eerste Belgische team dat de oversteek heeft gewaagd om mee te doen aan het WK in de USA, aldaar werd ook Justine Vanwynsberghe lid van ons team.”

“Heel erg gemotiveerd en toegewijd, en dan spreek ik vooral over de periode dat ik nog heel erg actief was als rijder. Ik ben perfectionistisch tot in de details en ik was daar destijds ook toe genoodzaakt want er waren veel rijders die lichter waren dan mij. De kwalificatie was daarom steeds heel belangrijk en inhalen lastig. Door zaken als positionering in de kwalificaties en banden opwarmen kon ik het verschil maken.”
Wat vind je het belangrijkste aan karten?
“Ontspanning en plezier, maar ook de voldoening hebben van een perfecte wedstrijd. Dat hoeft dan niet per se een overwinning te zijn, maar kan ook zijn met slechte kart waarmee je toch mensen weet te kloppen. Ik haal altijd veel voldoening uit mooie inhaalacties, ik heb misschien niet per se het grootste talent qua snelheid, maar mijn grootste kwaliteit is denk ik wel het racen voor positie.”
Hoe ga je met verlies om, ben je boos of teleurgesteld?
“Dat hangt af van de situatie, als ik een slechte kart had, dan wisselde ik vaak van kart in de kwalificatie als dat mocht, als ik dan weer een slechte kart kreeg dan was het maar zo. Waar ik wel slecht mee kan omgaan is onrechtvaardigheid in beslissingen van de wedstrijdleiding of andere rijders. Als ik iemand agressief maar wel correct inhaal en omgekeerd is dat niet het geval, daar kan ik niet tegen. Ik vraag dan altijd om uitleg bij wedstrijdleiding en spreek rivalen ook aan om te vragen wat ze er zelf van vonden. Als ik er zeker van ben dat het niet correct was, ben ik benieuwd hoe ze dat verantwoorden. In mijn eerste jaren heb ik veel mooie duels gehad met Steven To, we hadden vaak wedstrijden met veel inhaalacties, maar geen manoeuvres die niet door de beugel konden. We konden elkaar altijd feliciteren ondanks dat het er hard aan toe ging. Ik heb zelf ook altijd waardering gegeven aan anderen als die een mooie actie maakten.”
Wat is je geheim, waarom ben je zo succesvol geweest?
“Dag in dag uit met het karten bezig zijn, volharding ondanks dat ik vaak nadeel had omdat ik zwaarder was dan mijn opponenten. Ik stond daardoor vaak in de schaduw, maar dat deerde me op zich niet, al had ik wel altijd het gevoel dat als ik de kans zou krijgen, dat ik dan meer kon laten zien dan dat ik toen kon. In 2008 ben ik toen 10kg vermagerd om op het WK in Kortrijk in de 70kg klasse te rijden, dat was toch wel de meest sterk bezette klasse met rijders als de regerend wereldkampioen van destijds Rodrigo Faulhaber, Kenny Geldhof, Filipe Vieira, Mats de Jong en Ruben Boutens. Ook al zaten in de andere categorie uiteindelijk ook een aantal echte wereldtoppers, ik wilde absoluut in die klasse rijden waarvoor ik toen 6 maanden veel in de fitness heb gezeten, veel wedstrijden heb gereden en ook op de simulator geoefend. Dat had uiteindelijk een zeer succesvol einde, ondanks dat ik geen topfavoriet was, dat was heel mooi”
Wat zijn je slechte eigenschappen?
“Mijn slechte eigenschap was dat ik niet altijd in staat was om me aan te passen aan elk circuit. Tijdens de 9 WK’s die ik heb gereden heb ik veel wedstrijden gewonnen en ook 5 keer de finale gehaald, maar er waren soms banen zoals Essen 2012 waar ik veel getraind had maar ik toch niet zo goed ging als andere jaren. Dat komt misschien omdat ik jarenlang op 1 en dezelfde baan heb gereden voordat ik naar andere banen ging, dat is mijn natuurlijke stijl geworden.”

“Dat was de finale van het Italiaans kampioenschap in 2013 in Mokart Como, ik startte toen als 4e. De winnaar van de finale werd ook kampioen. In het begin van de race zat er een Italiaan achter me, een toprijder maar ook een typische Zuid-Europese rijder. Hij tikte me van de baan, maar 2 bochten verder kon ik hem terugnemen, we gingen zij aan zij door de bocht, hij zat aan de buitenkant en ik liet 85% ruimte, hij bleef meegaan aan de buitenkant maar zijn zijkant bleef haperen en plots was hij weg. Ik heb toen het gat toegereden naar de 3e plaats en die gelijk ingehaald, 2 ronden later pakte ik ook de 2e plaats. De nummer 1, de Italiaan Orlando Sidoti, lag toen nog twee en een halve seconde voor me en de tijd begon te dringen, ik dacht dat het niet meer zou lukken. Het gat werd 1 seconde en hij werd daardoor wat nerveus, terwijl mijn broer en teamgenoot Giovanni Craeynest aan het supporteren waren langs de baan, daardoor werd hij nog nerveuzer. Twee of drie ronden voor het einde zat ik op zijn bumper en in een bocht waar weinig werd ingehaald ging ik er voorbij, ik won de wedstrijd en daarmee het kampioenschap.”
Wat is je mooiste kampioenschap?


Een paar jaren later had ik er soms ook wel een dubbel gevoel bij, ik vond het ook belangrijk om succesvol te zijn op andere banen en in 2009, 2010 en 2011 reed ik ook steeds in de finale en won ik het WK bij de teams. Maar ergens vond ik het toen ook wel jammer dat ik de titel had gepakt op mijn eigen baan, omdat sommige mensen het misschien zouden labellen

Heeft de wereldtitel die je in 2008 behaald hebt iets aan je veranderd?
“Het werkte aan 2 kanten, er viel druk van mijn schouders, ik kreeg nu eindelijk het respect wat ik vroeger meer verdiende, van veel rijders wereldwijd. Anderzijds was er meer druk, je wilt nooit op een baan aankomen als wereldkampioen en in het achterveld rijden, dat kan je voor jezelf niet maken. Je rijdt iets meer onder een vergrootglas en sommigen smullen ervan als je aan het ploeteren bent.”
Heb je het gevoel dat je op een WK net iets meer kon geven dan tijdens andere races?
“Ik denk wel net iets meer, ik had een langere voorbereiding en ik pakte in die weken zelf alles heel perfectionistisch aan.”

“De halve finale van het WK in Brazilië 2009. Voor de halve finale ging mijn teamgenoot Kenny Geldhof toen op kop, hij verdiende het om te winnen. In de halve finale had hij een draak van een kart, ik heb toen mijn eigen wedstrijd opgeofferd om hem te beschermen, maar dat hielp niet omdat zijn kart zo slecht was, ik had toen beter gewoon mijn wedstrijd gereden, zeker omdat de finishpositie toen de startpositie was voor de finale. Ik reed toen nog de 2e snelste tijd, dus had ik voor mijn eigen kans gegaan dan had ik in de finale een grotere rol kunnen spelen.”

“Ik heb het altijd als heel positief ervaren, dankzij het team heb ik veel meer kunnen bereiken en ondernemen dan als individu. Ik denk aan reizen naar Brazilië, Amerika en in Europa voor het karten, dat zijn herinneringen voor het leven, en ik heb er ook veel vrienden bijgekregen. Rivaliserende teams, waarvan er veel al lang niet meer bestaan, probeerden ons soms onderuit te halen op niet de mooiste manier, maar ik vind het heel mooi hoe we als team, dat niet massaal gesponsord wordt en tegelijkertijd wel altijd heel competitief is geweest, in 2020 nog zo levendig nog bestaan. Iedereen van het eerste uur is er nog en we hebben allemaal ons aandeel in het team.
Wat is je favoriete indoorbaan?
“Worldkarts in Kortrijk, ik rijd er nog altijd graag.”
Wat is je langste stint en wat is je langste rijtijd tijdens een race?
“In een 24 uurs wedstrijd in Limburg (Duitsland) heb ik samen met Kenny Geldhof eens meegereden op uitnodiging van een Italiaans team met 2 Italianen, die waren steeds snel uitgeput en daardoor heb ik zo’n 9 uur gereden met een langste stint van 4 uur en 20 minuten.”

“De eerste die bij me opkomt is de 24 uur van Kortrijk in 2009, dat was een leuke wedstrijd samen met Kenny Geldhof en Mats de Jong tegen de uiteindelijke winnaar met onder meer Stoffel Vandoorne die toen nog heel licht was, terwijl wij tweede werden. Ook de 1e keer samen als team op het WK in Brazilië in 2009 was speciaal. Meer recentelijk was de 24 uur van Dubai misschien wel de mooiste race die we ooit samen hebben gereden, omdat we dat ook combineerde met de reis erbij met onze vriendinnen erbij. Ondanks dat we daar niet het resultaat behaalden dat we hoopten denk ik dat we daar een hele mooie en competitieve race hebben gereden, eentje die me zeker altijd zal bijblijven.”

“De Nations Cup op het WK van 2010 in Amerika, vlak voor de kartwissel periode hebben we elkaar daar meerdere malen ingehaald, dat zijn leuke herinneringen.”
Wat is je favoriete kwalificatievorm?
“Op een baan waar je een hotlap kan doen is dat een kwalificatie van 3 laps, ga je speculeren op de 3e ronde of smijt je hem over de lijn als je 2e ronde ook goed voelt, dat is een dilemma.”
Ben je bijgelovig?
“Nee totaal niet.”

“Dat zijn er heel veel, dat is een moeilijke vraag want ik heb door de jaren heen met veel rijders samen gereden. Initieel was dat zeker Steven To, met hem heb ik mijn eerste stappen gezet in nationale wedstrijden en ik herinner me zijn beschermende rol in de WK finale van 2008 terwijl hij ook een grote rivaal was. Daarna ook Kenny Geldhof, een hele jonge man met wie ik mijn ervaring en trucjes heb gedeeld, ik heb met hem veel wedstrijdsituaties besproken en hij nam dat super goed op, ik kon daarom erg genieten van zijn successen. In latere jaren heb ik nog vele goede teamgenoten gehad zoals Mathias Grooten, Yoan Medart, Robin Borremans en jou.”
Wie is je meest gewaardeerde autocoureur?
“Vroeger was dat Ayrton Senna, ik heb hem niet veel zelf zien rijden maar wel veel filmpjes gezien. In zijn actieve periode was ik ook fan van Juan-Pablo Montoya, een echte racer. Hij was snel en had ook geen schrik om de gevestigde waardes toen (Michael Schumacher bijvoorbeeld) gelijk aan te vallen. Dat was wel een rijder waar ik mezelf een beetje aan spiegelde, inhaalacties op de limiet. Later was ik ook een grote fan van Fernando Alonso.”
Wie is je meest gewaardeerde sportman?
“Dat vind ik moeilijk omdat de disciplines zo uiteenlopen. Qua respect voor een sportman zeg ik dan Roger Federer, ik volg niet alle Grand Slams, maar hoe hij ondanks al zijn successen in het leven staat is erg mooi.”
Hoe komt het dat je zo makkelijk vier talen spreekt?
“Vooral dankzij de karting, sinds 2006 heb ik veel met buitenlandse karters gesproken. Frans leerden we vanaf 10 jaar op school, Engels vanaf je 14e en Duits is gewoon gegroeid beetje bij beetje, vooral door het te gebruiken. Je moet ook aanvaarden dat het niet altijd perfect is wat je zegt maar je neemt wel de moeite om in een andere taal te spreken en dat wordt gewaardeerd.”

Wat drijft jouw enorme motivatie als teamcaptain van BlueStar?
“Het is een persoonlijke trots om te weten dat ik aan de basis van het bestaan van het team lig. In de beginjaren heb ik mee geholpen met het binnenbrengen van successen en door de jaren heen ook op tijd ingezien wanneer mijn tijd was om zitjes in het A-team af staan voor bijvoorbeeld een WK of 24 uurs races. Je moet snellere rijders een kans geven, dat is een standaard mentaliteit in team, de kwaliteit en niet de naam bepaalt. Momenteel ben ik nog quasi uitsluitend supporter en vind ik het ook leuk om met strategie rivaliserende teams te verslaan. Ik kan niet altijd meer de rol als teammanager op me nemen, je moet keuzes maken en als wedstrijdleider valt die rol weg.”

“Eigenlijk is het heel vaak makkelijk, als de situatie zwart/wit is pas je gewoon het regelement toe, ben je objectief en kan niemand je iets kwalijk nemen. Wanneer je in een grijze zone komt is het soms lastig, dan moet je vooral beslissingen nemen in maximaal onderling overleg met andere officials zodat je met een goed geweten kan beslissen. Het zal nooit iets goeds opleveren om iemand een pleziertje te doen, dat gaat zich tegen je keren als wedstrijdleider maar ook als persoon, je krijgt enkel respect van mensen als je je job goed doet. Vandaag de dag bestaan er gelukkig ook veel videomogelijkheden. Als ik terugkijk op de afgelopen vier jaar is er amper controverse geweest bij grote kampioenschappen waar ik wedstrijdleider was.”

“Ik zou altijd aan hen meegeven, zoek op wat het absolute niveau is, haal er eruit wat erin zit, blijf niet te lang hangen op 1 circuit, ook al win je daar alles. Nationale toernooien of een WK, Formula Karting, dat moet het streefdoel zijn. Probeer met een stappenplan daar naar toe te werken en staar je niet blind op 1 jaar, leer uit je fouten en leer van andere rijders, kijken en vragen stellen is gratis. Als je ver wilt komen zal je ook moeten aanvaarden dat er soms wedstrijden zijn waarbij het kartgeluk niet aan je kant is, al zijn er gelukkig meer en meer kampioenschappen waar ze inzetten op kartgelijkheid.”

“Als coureur heb ik geen persoonlijke ambitie meer, niet meer qua resultaten. Vroeger was karten altijd prioritiet, terwijl dat nu mijn privé leven is. Ik wil nog wel af en toe leuke races meepikken en daar maximaal plezier uithalen. Als teamleider van BlueStar hoop ik altijd nog eens op een sponsor om hoger te kunnen rijden, in de Funcup bijvoorbeeld, dat is een grote droom. Al zou ik er zelf misschien niet meer het niveau voor hebben, ik ben dan met alle plezier teammanager. Als wedstrijdleider hoop ik gewoon nog te mogen werken voor veel vooraanstaande competities, karten blijft een passie en het is een plezier om de allerbesten en nieuwelingen te zien progressie maken. Het is mooi om nieuwe rijders op te zien komen die het vuur aan de schenen leggen van de gevestigde waarden. Als wedstrijdleider kan je daar objectief en met veel plezier naar kijken, wie er dan aan het einde kampioen is maakt mij dan niet uit, wij moeten kijken of wij onze job als wedstrijdleiding goed gedaan hebben.”
Welke andere hobby’s heb je naast het karten?
“De laatste tijd koken, als treinbestuurder moet ik vaak vroeg beginnen en ben dan ook weer op tijd thuis. Ik vind het leuk om mezelf dan nuttig bezig te houden en ik ben een groot liefhebber van lekker eten en drinken, wijn en het goede level. Reizen blijft ook één van mijn grootste hobby’s, nieuwe culturen, nieuwe mensen en nieuw eten en drinken ontdekken.”

“Ik heb een Arai GP5 van 2009, de designer (Deepcolor) is inmiddels al gestopt. Ik heb jarenlang gedacht om nog eens een nieuwe helm te laten spuiten, maar dat is toch een grote uitgave en ik rijd weinig meer. Ons BlueStar pak is van MIR, al heb ik daar buiten de 24 uur van Dubai nog niet zo heel veel mee gereden omdat ik geen actieve rijder meer ben. Ik vind het wel het mooiste pak dat we ooit bij BlueStar gehad hebben.”
Anderen over Gregory
Steven To (concurrent in beginjaren en medeoprichter van BlueStar)

Timothy Laporte (broer van Gregory en medeoprichter van BlueStar)

Op een dag moesten Greg en mezelf vuile kleren aandoen om te gaan schilderen bij mijn nonkel. Maar niets was minder waar, we gingen naar de karting in Kortrijk en mochten daar onze eerste rondjes rijden. Een passie werd geboren. Vanaf toen begon Greg meer te karten en nam hij deel aan de eerste Senna Club wedstrijdjes. Al snel volgde ik ook om daar mee te doen. Daar leerden we meteen Steven To kennen, toen onze tegenstander, die erg snel was.
We hadden de microbe te pakken :). In 2006 beslisten we dan ook om Bluestar Racingteam op te richten met Greg, To, Nicolas en mezelf. Onze eerste echte grote uitdaging was dan meedoen in Amerika aan het indoor wereldkampioenschap. Eens daar deelgenomen stond Greg zijn besluit vast, ik wil dit ooit winnen en dit is zeker mogelijk. Vanaf toen is Bluestar in feite echt gegroeid. Meedoen aan veel verschillende wedstrijden en krachten bundelen met andere goeie, maar vooral leuke piloten.
Dit is wat voor Greg en ons Bluestar zo leuk en speciaal maakt. We hebben er fantastische ervaringen door meegemaakt, enorm veel gereisd, en enorm veel goeie vrienden gemaakt.
En als kers op de taart is Greg zijn bedoeling uitgekomen, 1 keer individueel indoor kart wereldkampioen worden, en meerdere keren met een team vol vrienden. Mission accomplished dus!
Nu is de opdracht deze fantastische ervaringen over te brengen naar de jongere generatie.”
Remigiusz Drzazga (internationale concurrent van Gregory op meerdere WK’s en organisator PIKC)

Furthermore the first thing on my mind about Greg Laporte is Team Boss/Leader. He created the best indoor karting team in the world (Bluestar racing team), which has made some pretty unbeatable records in the world championship and NQS Events. If his teammate is fighting for a win in the event, you can see Greg in the pits. His knowledge and experience is above that of others and it doesn’t help other drivers without a team to fight for a win in bigger events ;)
As a person we know each other for a long time, he loves indoor karting like I do. He promotes it being part of the kart world championship, by coming to international events like mine (PIKC) and by organising the BNC with Mathias Grooten. He is also a marshall and race director, this year we want to work together during the PIKC but we will have to wait for it longer that we expected.”
Poul Horneman (oprichter en organisator van het Indoor Kart World Championship)

Dilemma’s

Teamplayer / Individualist
Endurance / Sprint
Start / Finish
Droge Race / Wetrace
Zomer / Winter
Heden / Toekomst
Pole position / Snelste raceronde
Inhalen / Verdedigen
Frans / Nederlands
Pitstop / Shortcut

Naam: Gregory Laporte
Geboortedatum: 10 maart 1984
Nationaliteit: Belgische
Woonplaats: Olsene
24 april 2020, Rotterdam
Van geslepen wereldtopper tot ambassadeur voor de kartsport






Interview
Wanneer ben je met karten begonnen en hoe kwam je er mee in aanraking?
“Ik ben voor het eerst gaan karten met mijn nonkel Filip en mijn broer Timothy eind jaren 90, en vlak daarna met een vriendengroep. Ik was toen 15 of 16 en had mijn eigen zakgeld. I Ik volgde de Formule 1 wel al een paar jaar en met gamen speelde ik veel race spellen, ik herinner me dat ik vele uren Grand Prix 2 heb gespeeld. Van mijn eigen vriendengroep was ik vaak de snelste en ik kwam steeds vaker in de toptijden van de dag, week of maand. Ik ben toen overgehaald om de Ayrton Senna Fanclub mee te doen, de lokale competitie in Kortrijk. Tijdens de eerste wedstrijd was ik onder de indruk van alle rijders met eigen helmen en pakken. In de 1e wedstrijd kwalificeerde ik me als 10e en werkte ik me op naar 6e plaats, wat goed was voor 1 punt (net als in de Formule 1 destijds). In het begin van het seizoen dacht ik, als ik dit jaar al iets bereik zou het mooi meegenomen zijn.

Toen kwam de 2e wedstrijd, er was veel condens op de baan, waardoor we wel 20 tot 30 seconden per ronde trager waren dan normaal, ik kwalificeerde me toen als 2e in kart nummer 10, die wedstrijd won ik uiteindelijk. Vanaf toen had ik de microbe echt te pakken. In mijn eerste jaar werd ik 3e in die competitie, in die tijd nog allemaal zonder minimumgewicht. Pas vanaf 2005 begon ik echt op andere banen te racen, ik behoorde in die jaren altijd wel tot de betere rijders in Kortrijk, maar ik was op zoek naar iets meer, een serieuzere competitie en schreef me in voor onder meer de KartGrid Cup. Eind 2005 waren sommige van de lokale rivalen ondertussen ook mijn vrienden geworden en samen met Steven To, mijn broer Timothy en Nicolas Vanpuyvelde bedachten we toen om ons eigen team (BlueStar) te starten. In 2006 waren we het eerste Belgische team dat de oversteek heeft gewaagd om mee te doen aan het WK in de USA, aldaar werd ook Justine Vanwynsberghe lid van ons team.”

“Heel erg gemotiveerd en toegewijd, en dan spreek ik vooral over de periode dat ik nog heel erg actief was als rijder. Ik ben perfectionistisch tot in de details en ik was daar destijds ook toe genoodzaakt want er waren veel rijders die lichter waren dan mij. De kwalificatie was daarom steeds heel belangrijk en inhalen lastig. Door zaken als positionering in de kwalificaties en banden opwarmen kon ik het verschil maken.”
Wat vind je het belangrijkste aan karten?
“Ontspanning en plezier, maar ook de voldoening hebben van een perfecte wedstrijd. Dat hoeft dan niet per se een overwinning te zijn, maar kan ook zijn met slechte kart waarmee je toch mensen weet te kloppen. Ik haal altijd veel voldoening uit mooie inhaalacties, ik heb misschien niet per se het grootste talent qua snelheid, maar mijn grootste kwaliteit is denk ik wel het racen voor positie.”
Hoe ga je met verlies om, ben je boos of teleurgesteld?
“Dat hangt af van de situatie, als ik een slechte kart had, dan wisselde ik vaak van kart in de kwalificatie als dat mocht, als ik dan weer een slechte kart kreeg dan was het maar zo. Waar ik wel slecht mee kan omgaan is onrechtvaardigheid in beslissingen van de wedstrijdleiding of andere rijders. Als ik iemand agressief maar wel correct inhaal en omgekeerd is dat niet het geval, daar kan ik niet tegen. Ik vraag dan altijd om uitleg bij wedstrijdleiding en spreek rivalen ook aan om te vragen wat ze er zelf van vonden. Als ik er zeker van ben dat het niet correct was, ben ik benieuwd hoe ze dat verantwoorden. In mijn eerste jaren heb ik veel mooie duels gehad met Steven To, we hadden vaak wedstrijden met veel inhaalacties, maar geen manoeuvres die niet door de beugel konden. We konden elkaar altijd feliciteren ondanks dat het er hard aan toe ging. Ik heb zelf ook altijd waardering gegeven aan anderen als die een mooie actie maakten.”
Wat is je geheim, waarom ben je zo succesvol geweest?
“Dag in dag uit met het karten bezig zijn, volharding ondanks dat ik vaak nadeel had omdat ik zwaarder was dan mijn opponenten. Ik stond daardoor vaak in de schaduw, maar dat deerde me op zich niet, al had ik wel altijd het gevoel dat als ik de kans zou krijgen, dat ik dan meer kon laten zien dan dat ik toen kon. In 2008 ben ik toen 10kg vermagerd om op het WK in Kortrijk in de 70kg klasse te rijden, dat was toch wel de meest sterk bezette klasse met rijders als de regerend wereldkampioen van destijds Rodrigo Faulhaber, Kenny Geldhof, Filipe Vieira, Mats de Jong en Ruben Boutens. Ook al zaten in de andere categorie uiteindelijk ook een aantal echte wereldtoppers, ik wilde absoluut in die klasse rijden waarvoor ik toen 6 maanden veel in de fitness heb gezeten, veel wedstrijden heb gereden en ook op de simulator geoefend. Dat had uiteindelijk een zeer succesvol einde, ondanks dat ik geen topfavoriet was, dat was heel mooi”
Wat zijn je slechte eigenschappen?
“Mijn slechte eigenschap was dat ik niet altijd in staat was om me aan te passen aan elk circuit. Tijdens de 9 WK’s die ik heb gereden heb ik veel wedstrijden gewonnen en ook 5 keer de finale gehaald, maar er waren soms banen zoals Essen 2012 waar ik veel getraind had maar ik toch niet zo goed ging als andere jaren. Dat komt misschien omdat ik jarenlang op 1 en dezelfde baan heb gereden voordat ik naar andere banen ging, dat is mijn natuurlijke stijl geworden.”

“Dat was de finale van het Italiaans kampioenschap in 2013 in Mokart Como, ik startte toen als 4e. De winnaar van de finale werd ook kampioen. In het begin van de race zat er een Italiaan achter me, een toprijder maar ook een typische Zuid-Europese rijder. Hij tikte me van de baan, maar 2 bochten verder kon ik hem terugnemen, we gingen zij aan zij door de bocht, hij zat aan de buitenkant en ik liet 85% ruimte, hij bleef meegaan aan de buitenkant maar zijn zijkant bleef haperen en plots was hij weg. Ik heb toen het gat toegereden naar de 3e plaats en die gelijk ingehaald, 2 ronden later pakte ik ook de 2e plaats. De nummer 1, de Italiaan Orlando Sidoti, lag toen nog twee en een halve seconde voor me en de tijd begon te dringen, ik dacht dat het niet meer zou lukken. Het gat werd 1 seconde en hij werd daardoor wat nerveus, terwijl mijn broer en teamgenoot Giovanni Craeynest aan het supporteren waren langs de baan, daardoor werd hij nog nerveuzer. Twee of drie ronden voor het einde zat ik op zijn bumper en in een bocht waar weinig werd ingehaald ging ik er voorbij, ik won de wedstrijd en daarmee het kampioenschap.”
Wat is je mooiste kampioenschap?


Een paar jaren later had ik er soms ook wel een dubbel gevoel bij, ik vond het ook belangrijk om succesvol te zijn op andere banen en in 2009, 2010 en 2011 reed ik ook steeds in de finale en won ik het WK bij de teams. Maar ergens vond ik het toen ook wel jammer dat ik de titel had gepakt op mijn eigen baan, omdat sommige mensen het misschien zouden labellen

Heeft de wereldtitel die je in 2008 behaald hebt iets aan je veranderd?
“Het werkte aan 2 kanten, er viel druk van mijn schouders, ik kreeg nu eindelijk het respect wat ik vroeger meer verdiende, van veel rijders wereldwijd. Anderzijds was er meer druk, je wilt nooit op een baan aankomen als wereldkampioen en in het achterveld rijden, dat kan je voor jezelf niet maken. Je rijdt iets meer onder een vergrootglas en sommigen smullen ervan als je aan het ploeteren bent.”
Heb je het gevoel dat je op een WK net iets meer kon geven dan tijdens andere races?
“Ik denk wel net iets meer, ik had een langere voorbereiding en ik pakte in die weken zelf alles heel perfectionistisch aan.”

“De halve finale van het WK in Brazilië 2009. Voor de halve finale ging mijn teamgenoot Kenny Geldhof toen op kop, hij verdiende het om te winnen. In de halve finale had hij een draak van een kart, ik heb toen mijn eigen wedstrijd opgeofferd om hem te beschermen, maar dat hielp niet omdat zijn kart zo slecht was, ik had toen beter gewoon mijn wedstrijd gereden, zeker omdat de finishpositie toen de startpositie was voor de finale. Ik reed toen nog de 2e snelste tijd, dus had ik voor mijn eigen kans gegaan dan had ik in de finale een grotere rol kunnen spelen.”

“Ik heb het altijd als heel positief ervaren, dankzij het team heb ik veel meer kunnen bereiken en ondernemen dan als individu. Ik denk aan reizen naar Brazilië, Amerika en in Europa voor het karten, dat zijn herinneringen voor het leven, en ik heb er ook veel vrienden bijgekregen. Rivaliserende teams, waarvan er veel al lang niet meer bestaan, probeerden ons soms onderuit te halen op niet de mooiste manier, maar ik vind het heel mooi hoe we als team, dat niet massaal gesponsord wordt en tegelijkertijd wel altijd heel competitief is geweest, in 2020 nog zo levendig nog bestaan. Iedereen van het eerste uur is er nog en we hebben allemaal ons aandeel in het team.
Wat is je favoriete indoorbaan?
“Worldkarts in Kortrijk, ik rijd er nog altijd graag.”
Wat is je langste stint en wat is je langste rijtijd tijdens een race?
“In een 24 uurs wedstrijd in Limburg (Duitsland) heb ik samen met Kenny Geldhof eens meegereden op uitnodiging van een Italiaans team met 2 Italianen, die waren steeds snel uitgeput en daardoor heb ik zo’n 9 uur gereden met een langste stint van 4 uur en 20 minuten.”

“De eerste die bij me opkomt is de 24 uur van Kortrijk in 2009, dat was een leuke wedstrijd samen met Kenny Geldhof en Mats de Jong tegen de uiteindelijke winnaar met onder meer Stoffel Vandoorne die toen nog heel licht was, terwijl wij tweede werden. Ook de 1e keer samen als team op het WK in Brazilië in 2009 was speciaal. Meer recentelijk was de 24 uur van Dubai misschien wel de mooiste race die we ooit samen hebben gereden, omdat we dat ook combineerde met de reis erbij met onze vriendinnen erbij. Ondanks dat we daar niet het resultaat behaalden dat we hoopten denk ik dat we daar een hele mooie en competitieve race hebben gereden, eentje die me zeker altijd zal bijblijven.”

“De Nations Cup op het WK van 2010 in Amerika, vlak voor de kartwissel periode hebben we elkaar daar meerdere malen ingehaald, dat zijn leuke herinneringen.”
Wat is je favoriete kwalificatievorm?
“Op een baan waar je een hotlap kan doen is dat een kwalificatie van 3 laps, ga je speculeren op de 3e ronde of smijt je hem over de lijn als je 2e ronde ook goed voelt, dat is een dilemma.”
Ben je bijgelovig?
“Nee totaal niet.”

“Dat zijn er heel veel, dat is een moeilijke vraag want ik heb door de jaren heen met veel rijders samen gereden. Initieel was dat zeker Steven To, met hem heb ik mijn eerste stappen gezet in nationale wedstrijden en ik herinner me zijn beschermende rol in de WK finale van 2008 terwijl hij ook een grote rivaal was. Daarna ook Kenny Geldhof, een hele jonge man met wie ik mijn ervaring en trucjes heb gedeeld, ik heb met hem veel wedstrijdsituaties besproken en hij nam dat super goed op, ik kon daarom erg genieten van zijn successen. In latere jaren heb ik nog vele goede teamgenoten gehad zoals Mathias Grooten, Yoan Medart, Robin Borremans en jou.”
Wie is je meest gewaardeerde autocoureur?
“Vroeger was dat Ayrton Senna, ik heb hem niet veel zelf zien rijden maar wel veel filmpjes gezien. In zijn actieve periode was ik ook fan van Juan-Pablo Montoya, een echte racer. Hij was snel en had ook geen schrik om de gevestigde waardes toen (Michael Schumacher bijvoorbeeld) gelijk aan te vallen. Dat was wel een rijder waar ik mezelf een beetje aan spiegelde, inhaalacties op de limiet. Later was ik ook een grote fan van Fernando Alonso.”
Wie is je meest gewaardeerde sportman?
“Dat vind ik moeilijk omdat de disciplines zo uiteenlopen. Qua respect voor een sportman zeg ik dan Roger Federer, ik volg niet alle Grand Slams, maar hoe hij ondanks al zijn successen in het leven staat is erg mooi.”
Hoe komt het dat je zo makkelijk vier talen spreekt?
“Vooral dankzij de karting, sinds 2006 heb ik veel met buitenlandse karters gesproken. Frans leerden we vanaf 10 jaar op school, Engels vanaf je 14e en Duits is gewoon gegroeid beetje bij beetje, vooral door het te gebruiken. Je moet ook aanvaarden dat het niet altijd perfect is wat je zegt maar je neemt wel de moeite om in een andere taal te spreken en dat wordt gewaardeerd.”

Wat drijft jouw enorme motivatie als teamcaptain van BlueStar?
“Het is een persoonlijke trots om te weten dat ik aan de basis van het bestaan van het team lig. In de beginjaren heb ik mee geholpen met het binnenbrengen van successen en door de jaren heen ook op tijd ingezien wanneer mijn tijd was om zitjes in het A-team af staan voor bijvoorbeeld een WK of 24 uurs races. Je moet snellere rijders een kans geven, dat is een standaard mentaliteit in team, de kwaliteit en niet de naam bepaalt. Momenteel ben ik nog quasi uitsluitend supporter en vind ik het ook leuk om met strategie rivaliserende teams te verslaan. Ik kan niet altijd meer de rol als teammanager op me nemen, je moet keuzes maken en als wedstrijdleider valt die rol weg.”

“Eigenlijk is het heel vaak makkelijk, als de situatie zwart/wit is pas je gewoon het regelement toe, ben je objectief en kan niemand je iets kwalijk nemen. Wanneer je in een grijze zone komt is het soms lastig, dan moet je vooral beslissingen nemen in maximaal onderling overleg met andere officials zodat je met een goed geweten kan beslissen. Het zal nooit iets goeds opleveren om iemand een pleziertje te doen, dat gaat zich tegen je keren als wedstrijdleider maar ook als persoon, je krijgt enkel respect van mensen als je je job goed doet. Vandaag de dag bestaan er gelukkig ook veel videomogelijkheden. Als ik terugkijk op de afgelopen vier jaar is er amper controverse geweest bij grote kampioenschappen waar ik wedstrijdleider was.”

“Ik zou altijd aan hen meegeven, zoek op wat het absolute niveau is, haal er eruit wat erin zit, blijf niet te lang hangen op 1 circuit, ook al win je daar alles. Nationale toernooien of een WK, Formula Karting, dat moet het streefdoel zijn. Probeer met een stappenplan daar naar toe te werken en staar je niet blind op 1 jaar, leer uit je fouten en leer van andere rijders, kijken en vragen stellen is gratis. Als je ver wilt komen zal je ook moeten aanvaarden dat er soms wedstrijden zijn waarbij het kartgeluk niet aan je kant is, al zijn er gelukkig meer en meer kampioenschappen waar ze inzetten op kartgelijkheid.”

“Als coureur heb ik geen persoonlijke ambitie meer, niet meer qua resultaten. Vroeger was karten altijd prioritiet, terwijl dat nu mijn privé leven is. Ik wil nog wel af en toe leuke races meepikken en daar maximaal plezier uithalen. Als teamleider van BlueStar hoop ik altijd nog eens op een sponsor om hoger te kunnen rijden, in de Funcup bijvoorbeeld, dat is een grote droom. Al zou ik er zelf misschien niet meer het niveau voor hebben, ik ben dan met alle plezier teammanager. Als wedstrijdleider hoop ik gewoon nog te mogen werken voor veel vooraanstaande competities, karten blijft een passie en het is een plezier om de allerbesten en nieuwelingen te zien progressie maken. Het is mooi om nieuwe rijders op te zien komen die het vuur aan de schenen leggen van de gevestigde waarden. Als wedstrijdleider kan je daar objectief en met veel plezier naar kijken, wie er dan aan het einde kampioen is maakt mij dan niet uit, wij moeten kijken of wij onze job als wedstrijdleiding goed gedaan hebben.”
Welke andere hobby’s heb je naast het karten?
“De laatste tijd koken, als treinbestuurder moet ik vaak vroeg beginnen en ben dan ook weer op tijd thuis. Ik vind het leuk om mezelf dan nuttig bezig te houden en ik ben een groot liefhebber van lekker eten en drinken, wijn en het goede level. Reizen blijft ook één van mijn grootste hobby’s, nieuwe culturen, nieuwe mensen en nieuw eten en drinken ontdekken.”

“Ik heb een Arai GP5 van 2009, de designer (Deepcolor) is inmiddels al gestopt. Ik heb jarenlang gedacht om nog eens een nieuwe helm te laten spuiten, maar dat is toch een grote uitgave en ik rijd weinig meer. Ons BlueStar pak is van MIR, al heb ik daar buiten de 24 uur van Dubai nog niet zo heel veel mee gereden omdat ik geen actieve rijder meer ben. Ik vind het wel het mooiste pak dat we ooit bij BlueStar gehad hebben.”
Anderen over Gregory
Steven To (concurrent in beginjaren en medeoprichter van BlueStar)

Timothy Laporte (broer van Gregory en medeoprichter van BlueStar)

Op een dag moesten Greg en mezelf vuile kleren aandoen om te gaan schilderen bij mijn nonkel. Maar niets was minder waar, we gingen naar de karting in Kortrijk en mochten daar onze eerste rondjes rijden. Een passie werd geboren. Vanaf toen begon Greg meer te karten en nam hij deel aan de eerste Senna Club wedstrijdjes. Al snel volgde ik ook om daar mee te doen. Daar leerden we meteen Steven To kennen, toen onze tegenstander, die erg snel was.
We hadden de microbe te pakken :). In 2006 beslisten we dan ook om Bluestar Racingteam op te richten met Greg, To, Nicolas en mezelf. Onze eerste echte grote uitdaging was dan meedoen in Amerika aan het indoor wereldkampioenschap. Eens daar deelgenomen stond Greg zijn besluit vast, ik wil dit ooit winnen en dit is zeker mogelijk. Vanaf toen is Bluestar in feite echt gegroeid. Meedoen aan veel verschillende wedstrijden en krachten bundelen met andere goeie, maar vooral leuke piloten.
Dit is wat voor Greg en ons Bluestar zo leuk en speciaal maakt. We hebben er fantastische ervaringen door meegemaakt, enorm veel gereisd, en enorm veel goeie vrienden gemaakt.
En als kers op de taart is Greg zijn bedoeling uitgekomen, 1 keer individueel indoor kart wereldkampioen worden, en meerdere keren met een team vol vrienden. Mission accomplished dus!
Nu is de opdracht deze fantastische ervaringen over te brengen naar de jongere generatie.”
Remigiusz Drzazga (internationale concurrent van Gregory op meerdere WK’s en organisator PIKC)

Furthermore the first thing on my mind about Greg Laporte is Team Boss/Leader. He created the best indoor karting team in the world (Bluestar racing team), which has made some pretty unbeatable records in the world championship and NQS Events. If his teammate is fighting for a win in the event, you can see Greg in the pits. His knowledge and experience is above that of others and it doesn’t help other drivers without a team to fight for a win in bigger events ;)
As a person we know each other for a long time, he loves indoor karting like I do. He promotes it being part of the kart world championship, by coming to international events like mine (PIKC) and by organising the BNC with Mathias Grooten. He is also a marshall and race director, this year we want to work together during the PIKC but we will have to wait for it longer that we expected.”
Poul Horneman (oprichter en organisator van het Indoor Kart World Championship)

Dilemma’s

Teamplayer / Individualist
Endurance / Sprint
Start / Finish
Droge Race / Wetrace
Zomer / Winter
Heden / Toekomst
Pole position / Snelste raceronde
Inhalen / Verdedigen
Frans / Nederlands
Pitstop / Shortcut